Visonderzoek Den Helder, Schooten Zuid

In 2012 t/m 2015 is visonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van driedoornige- en tiendoornige stekelbaars in Den Helder, Schooten Zuid. 

Aanleiding voor het visonderzoek is dat een bestaande waterloop is omgevormd tot een ecologische zone en het water is aangesloten op de boezemwateren, waardoor de vismigratie in theorie verbeterd moet zijn.

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft in Den Helder, Schooten Zuid, een bestaande waterloop omgevormd tot een ecologische zone, inclusief natuurvriendelijke oevers. Verwacht wordt dat de herinrichting een positief effect heeft op zoet-zout migrerende vissoorten. Om te kunnen beoordelen of de herinrichting succesvol is geweest, is zowel voor als na de herinrichting visonderzoek uitgevoerd. In oktober 2012 is een eerste visonderzoek uitgevoerd, de zogenoemde nulmeting. Tussen oktober 2012 en september 2013 is de herinrichting van de watergangen uitgevoerd. Om het effect van de uitgevoerde maatregelen te bepalen is in september 2013, april 2014 en april 2015 nogmaals visonderzoek uitgevoerd, op dezelfde wijze als in 2012.

Methode
Met de electrovismethode zijn drie trajecten in de watergang bevist. Van alle gevangen vissen zijn de lengtes genoteerd en van de grotere stekelbaarsjes is genoteerd of ze over beplatingen beschikken. Binnen het plangebied zijn drie trajecten gekozen, die behoren tot de watertypen lijnvormig zeer smal water (< 8 meter) en lijnvormig smal water (8-20 meter). In deze trajecten is de gehele breedte van de watergang bemonsterd. Voorafgaand aan de visbemonstering zijn op vier locaties metingen verricht van de parameters watertemperatuur, doorzicht, elektrisch geleidingsvermogen (EGV) en chloridegehalte.

Conclusie
Ondanks dat er in 2013 meer driedoornige (60%) dan tiendoornige stekelbaarsjes zijn gevangen kon in 2013 geen effect van de herinrichting van de waterloop worden aangetoond. Omdat de driedoornige stekelbaarsjes in 2013, evenals in 2012, maximaal 4 cm lang waren en geen grote beplatingen hadden, wat aangeeft dat ze tot een standpopulatie behoren. Bovendien is in 2013 erg weinig stekelbaars gevangen, veel minder dan in 2012, 2014 en 2015.

Uit de resultaten van 2014 en 2015 kan geconcludeerd worden dat de herinrichting een positief effect heeft op de gewenste zoet-zout verbinding. Vergeleken met 2012 is in 2014 en 2015 meer driedoornige dan tiendoornige stekelbaars, grote driedoornige stekelbaars (≥ 6 cm) en driedoornige stekelbaars met grote beplatingen gevangen. Het effect van de herinrichting was in 2015 beter te zien dan in 2014, door een groter aandeel driedoornige stekelbaars met een lengte van ≥ 6 cm (25% in 2014 en 82% in 2015) en een groter aandeel driedoornige stekelbaars met grote beplatingen (10% in 2014 en 90% in 2015).

Bij deze conclusie moet echter wel een kanttekening geplaatst worden. Het seizoen van bemonstering speelt ook een rol bij het aantal migrerende driedoornige stekelbaars. In 2012 en 2013 is bemonsterd in het najaar (migrerende stekelbaars trekt naar zee), in 2014 en 2015 is bemonsterd in het voorjaar (migrerende stekelbaars trekt naar zoet water om zich voort te planten).